Zazen: het merg van zen

Zazen is de beoefening van de zitmeditatie.

za betekent ‘zitten’
zen betekent ‘concentratie’, ‘begrijpen’

Zitten en ‘mediteren’ is de beoefening van zazen.

De zenmeditatie is geen speciale meditatietechniek.

​In de zen betekent ‘mediteren’: zijn geest hier en nu , op elk ogenblik, concentreren op de lichaamshouding, op elke inademing en op elke uitademing, terwijl men bewegingsloos zit en zijn gedachten laat voorbijgaan.

Ons dagelijks leven is onophoudelijk één en al beweging: bewegen van hier naar ginder, van thuis naar het werk, van het werk naar de winkel, van de winkel enzovoort.
En onze geest beweegt mee als een lenig dier. In het oosten wordt hij wel eens vergeleken met een aap, die onophoudelijk van gedachte tot gedachte gaat.

Zazen is terug tot rust komen

Zazen is de tijd nemen om tot rust te komen: voor lichaam en geest, met lichaam en geest. In zazen worden we één met onze geest, met de geest die tot rust gekomen is: met onze ware natuur.
Zazen beoefenen is terugkeren naar onszelf. Niet op een egoïstische manier, maar in de betekenis van terugkeren naar de essentie van onszelf.

Zen bestuderen is zichzelf bestuderen
Zichzelf bestuderen is zichzelf vergeten
Zichzelf vergeten is één worden met het hele universum

Beschrijving van de zazenhouding

 

Tussen hemel en aarde

Om een juiste houding te kunnen aannemen gebruiken we een kussen, de zafu.

Hierop gaan we zitten met gekruiste benen. Niet iedereen kan in volledige lotus zitten, maar voor zazen is dit zeker geen must. De halve lotus – waarbij één voet boven het ene been en één voet onder het andere been geplaatst wordt – voldoet ruimschoots.

Het belangrijkste voor de juiste houding is de correcte kanteling van het bekken naar voren. Onderaan de rug (ter hoogte van de vijfde lendenwervel) kantelt het bekken naar voren, zodat de knieën goed tegen de grond drukken. Zo krijgt de zithouding een stevige, stabiele basis.

Vanuit die basis strekken we de rug recht omhoog. De zazenhouding is fundamenteel een verticale lichaamshouding. Om die verticaliteit goed te beklemtonen trekken we de kin in en strekken we de nek, alsof we met de top van ons hoofd tegen de hemel drukken.
Op die manier strekt de zazenhouding zich tussen hemel en aarde.

Het lichaam strekken wil helemaal niet zeggen dat de houding krampachtig of stijf wordt. In de juiste zazenhouding gaan souplesse en kracht samen.

​Andere houdingen zoals op de knieën op een meditatiebankje of beoefening op een stoel zijn ook mogelijk al naar gelang je gezondheidstoestand.

 

De handen

De linkerhand rust in de rechterhand waarbij enkel de vingers elkaar raken. De rand van beide handen zijn in contact met de onderbuik.​ De duimen raken elkaar in elkaars verlengde boven de vingers. Het contact tussen de duimen is licht en de duimen blijven horizontaal. Zo vormen de duimen en de andere vingers een zo open mogelijk ovaal. De houding van de handen in zazen drukt openheid en rust uit.

De ogen en de neus

De ogen zijn naar beneden gericht, in een hoek van ongeveer 45 graden. Ze zijn halfgesloten. Met gesloten ogen hebben we snel de neiging om in te dommelen of om onze gedachten te laten gaan. De ogen fixeren niets. Zo wordt de blik ruim en open. De stand van de ogen tijdens zazen zorgt ervoor dat ook onze ogen tot rust komen.

In een juiste houding staat de neus in een verticale lijn boven de duimen. Als het hoofd naar voren neigt, verdwijnt dit evenwicht. Ook als de kin niet genoeg ingetrokken is, verdwijnt het evenwicht en zal de neus naar boven gericht zijn.

De ademhaling

Door de juiste houding wordt de ademhaling beetje bij beetje lang en diep. In het begin kan de aandacht op de uitademing worden gericht door een lichte druk uit te oefenen op de buik naar beneden toe. De inademing wordt natuurlijk, zonder inspanning. Na een tijdje kun je de ademhaling observeren zonder ze aan te passen: door er volledig in aanwezig te zijn. De gedachtenstroom komt tot rust door zich gewoon te focussen op de juiste spierspanning en ademhaling.