Het woord boeddhisme of boeddhist werd voor het eerst gebruikt door westerse missionarissen …

Toen de Jezuïeten in Azië, praktiserende monniken en leken zagen mediteren en wierook branden vóór een beeld van Boeddha – wat niet méér of niet minder betekent dan “ontwaakt” of “verlicht” mens – interpreteerden ze dit als een aanbidding van de god “Boeddha”. In één adem noemden ze deze praktiserenden “boeddhisten”.

Waarmee meteen een eerste van de vele misvattingen was geboren.

Boeddha was immers een heel gewoon mens, geboren in de 5e eeuw voor onze tijdrekening, in wat nu Nepal is. Hij groeide als een prins in luxe op.
Dit luxeleven bevredigde hem uiteindelijk niet. Ook een prinsenleven is, zoals ieder genot vergankelijk. Ook gezonde lichamen worden ziek en sterven.

Hij liet dit luxueus leven achter zich en zocht een uitweg in strenge ascese. Ook deze levenswijze bracht hem geen verlossing, want het genereert slechts een negatieve binding met dezelfde bronnen van genot.

 

Boeddha in meditatie,Victoria en Albert-museum. Eigen foto. (1)

Uiteindelijk gaf hij ook deze ascese op en zette zich, in meditatie, onder een boom. Daar kwam hij tot “ontwaken”. Hij kwam tot een inzicht, dat hij uiteindelijk formuleerde als de 4 nobele waarheden.

Oorspronkelijk was het boeddhisme zeer praktisch – psychologisch. Ook was het initieel eerder de persoonlijke verlichting die centraal stond.
Onder invloed van contacten met de Griekse beschaving (vanaf 100 voor Chr.), die een sterk filosofische achtergrond had, ontstond de behoefte om Boeddha’s leer ook filosofisch te onderbouwen.
Rond die tijd ontstond ook een heel ander ideaal. Niet langer streefde men de persoonlijke verlichting na, maar was het ideaal om andere mensen te helpen op het pad naar ontwaken.
Het was ook rond die tijd dat de leer van Boeddha, die voordien oraal overgeleverd werd, voor het eerst op schrift werd gesteld. (2)

Nog later (vanaf 500 na chr.) kreeg het boeddhisme onder tantrische en andere lokale invloeden (Bön, Taoïsme, Confucianisme) een kosmologisch accent. In die dynamiek ontstonden verschillende scholen zoals : Chan, Jingtu, Tiantai, Huayan – in Japan werden dit : Zen, Amidisme of Reine Land, Tendai, Kegon.

Heel typisch voor het boeddhisme is echter dat de vele ontwikkelingen, ook tot op de dag van vandaag, gewoon naast elkaar bleven bestaan met als resultaat dat het haast correcter zou zijn om te spreken over “boeddhismen”, eerder dan over hét boeddhisme.

Dat alles bewijst ook het levende en doorgaans ondogmatische karakter van deze levensbeschouwing, waarin reflexie, introspectie en dialoog centraal staan.

Wat alle boeddhisten wel bindt is het respect voor en vertrouwen in de Boeddha als spiritueel voorbeeld, de Sangha (de gemeenschap van praktiserenden) en de Dharma (de leer, zoals die zich uit in iedere dialoog, geschriften en iedere gebeurtenis van het dagelijks leven).

(1) Dit prachtige Boeddha-beeld uit de periode 200 tot 400 na Chr. vertoont de typische stijl van het koninkrijk Gandhara. Dit koninkrijk had zijn centrum in het huidige Pakistan. De Gandhara – kunst was sterk beïnvloed door de contacten met de klassieke wereld van Grieken en Romeinen. Hier is het kleed dat Boeddha draagt nauwelijks te onderscheiden van een Grieks-Romeinse toga. Markant is dat de eerste afbeeldingen van Boeddha in deze streek tot stand kwamen. Eerder werd Boeddha an-iconisch afgebeeld, door middel van : een lege troon onder een boom of voetsporen.

 

 

 

(2) De indruk zou kunnen ontstaan dat mondelinge overlevering per definitie minder accuraat zou zijn dan schriftelijke. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat de mondelinge overlevering steeds gezamenlijk in grote groep gebeurde, zodat eventuele “fouten” onmiddellijk gecorrigeerd werden. Ook gebruikten Indiërs mnemotechnische middelen, zoals het rangschikken van thema’s in rekenkundige reeksen. Deze reeksen bestaan nog steeds, zoals de 4 nobele waarheden, de 12 schakels van onderlinge afhankelijkheid, de 3 juwelen, de 5 aggregaten, het 8-voudige pad, enz.
Daartegenover kan een boek, na mis te zijn overgeschreven of minder nauwkeurig vertaald te zijn, een geheel eigen leven gaan leiden met alle gevolgen van dien.